Rondleiding Huys ten Donck en de Donckse Velden
We werden verwelkomd aan het begin van de Donckse Laan door Huib Sneep, Aart van Dragt en Gert Fortgens, onze rondleiders. Na een openingswoord door Catharina Groeninx van Zoelen, de eigenaresse en bewoonster van de buitenplaats, werden we in twee groepen gesplitst voor het ochtendprogramma. Aart van Dragt gaf veel achtergrondinformatie over het in 1746 op de grondvesten van een versterkt huis gebouwde buitenhuis en het omliggende park dat in verschillende stadia van een 18e-eeuwse formele tuin werd omgevormd naar een landschapstuin rond 1800. Uit deze tijd rest nog een enorme Oosterse plataan (Platanus orientalis).
Springer is hier begin vorige eeuw ook werkzaam geweest. Springer revitaliseerde enkele bijna verdwenen lijnen van de oude formele aanleg. Hij voegde veel bomen toe in contrastrijke combinaties zoals Bruine beuk (Fagus sylvativa ‘Atropunicea’), Tulpenboom (Liriodendron tulipifera), Japanse notenboom (Ginkgo biloba), Vleugelnoot (Pterocarya fraxinifolia), Zilveresdoorn (Acer saccharinum), Hongaarse eik (Quercus frainetto), Plataan (Platanus ×hispanica) en Rode paardenkastanje (Aesculus ×carnea). De buitenplaats is een prachtig voorbeeld van een gelaagde historische parkaanleg, die voor dendrologen interessant is als staalkaart van veranderende smaak en de verschuiving in het toegepaste sortiment.
Het tweede deel van de wandeling voerde ons door het in 2009 aangelegde oostelijke deel van de Donckse Velden. De buitenplaats Huys ten Donck wordt aan weerszijden geflankeerd door dit stedelijk groengebied als buffer in de sterk verstedelijkte regio. Op voormalig akkerland tegen de rand van Slikkerveer is een natuurgebied ontwikkeld met bloemrijk grasland dat tevens dienst doet als stedelijke waterberging bij hevige regenval. Het extensieve recreatiegebied Donckse Velden wordt ontsloten door wandelpaden.
De aanleg van deze bufferzone bood Trompenburg Arboretum & Tuinen de mogelijkheid om hier een buitencollectie te vestigen. Daartoe zijn drie donken opgeworpen met voedselrijke akkergrond. Een vierde en kleinere donk ontstond uit veegafval en verwijderde moerasplanten en is niet beplant. Gert Fortgens leidde ons over de donken. Deze zijn beplant met kweekvormen van Eik (Quercus) en Beuk (Fagus) plus zaailingen van wilde herkomsten (Quercus). De planten zijn geplant in een raster van 5 x 5 meter aangevuld met Els (Alnus glutinosa).
In de geest van Van Hoey Smith wordt nu weer geëxperimenteerd met zaailingen. Daarbij blijken de Beuken het over het algemeen goed te doen, maar geven Eiken soms problemen. Van de Eiken die het goed doen op de zware grond, dienen de zuidelijke soorten als Q. canariensis, Q. rhysophylla ‘Maya’ en Q. shumardii speciale vermelding naast, Q. muehlenbergii, Q. lobata, Q. faginea, Q. pyrenaica, Q. variabilis en Q. ×bimundorum. Van Quercus robur ‘Pendula’ zijn meerdere zaailingen uitgeplant die zeer variabel van vorm zijn, waaronder enkele goede groeiers.
Trompenburg is gekend als de kraamkamer van vele kweekvormen van Beuk met een bijzondere bladvorm of -kleur. Zaailingen van zuilvormen (‘Dawyck’) doen het goed, evenals zaailingen van F. sylvatica ‘Tortuosa’ en ‘Aspleniifolia’. De Oosterse beuk (Fagus orientalis) blijkt groeikrachtig op deze plek. Tot slot verdient Fagus sylvatica ‘Quercoides’, een beukenboom met een gegroefde stam als van een Eik en harder hout, speciale vermelding
Trompenburg Tuinen & Arboretum
De middagexcursie betrof een bezoek aan Trompenburg Tuinen & Arboretum dat eveneens teruggaat op een buitenplaats. Onze gidsen waren Anne Hilder, Liliane van Noort en Cor van Breda samen met Wilco Stolk. Bij de rondleiding met Anne Hilder lag de focus op de vele bijzondere bomen. Vanzelfsprekend hebben we vele Eiken en Beuken gezien, waarbij het aandeel zuilvormen opvallend is (bijvoorbeeld Quercus petraea ‘Eastcolumn’ en Q. ×rosacea ‘Westcolumn’). Verder kwamen voorbij: Mexicaanse Witte eik (Quercus polymorpha), Smalbladige rode beuk (Fagus sylvatica ‘Ansorgei’), Treureik (Quercus robur ‘Pendula’), Quercus ×turneri ‘Pseudoturneri’, Quercus ×hispanica, Quercus ×warburgii, Euonymus carnosus ‘Trompenburg Lustre’, Ilex cornuta en Quercus robur ‘Timuki’ en Q. robur ‘Fennessyi’. De Platycarya strobilacea leidde tot flink wat discussie in de groep.