Zes pruimentaarten, tien verstekelingen, 32 graden en meer dan driehonderd soorten kegels op een Kachelheide: de NDV draait er zijn hand niet voor om! Terwijl honderden vakantiegangers bij het naastgelegen zwembad verkoeling zochten, gingen wij dendrologen zaterdagochtend 13 augustus op stap in Pinetum de Dennenhorst in Lunteren. Dat het aantal van 43 mannen en vrouwen de aanmeldlijst met liefst tien personen overschreed, bleek gelukkig geen probleem voor onze gastheer Benno Smit en -vrouw Carey Homan, die minstens even flexibel waren als de in het pinetum aanwezige Pinus flexilis (Buigzame den). We werden ontvangen met huisgemaakte drank en gebak.
We begonnen met een rondleiding door de Dennenhorst met Martin Heutink. Alle zintuigen werden geprikkeld: zo werden we gewezen op het geurverschil tussen Thuja plicata ‘Zebrina’-blad (zure appel) en -tak (tropische cocktail). Ook kregen de aanwezigen, op enkele kleurenblinde leden na, goed ingeprent dat een Thuja nooit blauw kan zijn. Gelukkig was ook voor hen de rode draad anderzijds goed te volgen. Extra aandacht werd gevestigd op kleur, licht en droogtebestendige soorten; thema’s die ook in de aanleg van het park zijn terug te vinden. Ook het landschap, een voormalige grindwinning waar kachels werden gedumpt, werd besproken. Het weer was warm en dorstig en de vele Picea– en Abies-soorten hadden het op het zand zwaar gehad. Gelukkig bood de Tsuga sieboldii ons met zijn platte stompen naalden aangenaam veel schaduw. Bijzondere kegels die we buiten in levenden lijve ontmoetten, waren de gekromde dennenappels van de Pinus banksiana, de bijzondere kegels van de Picea abies ‘Acrocona’ (waaruit kortloten doorgroeien) en de unieke hangende kegeltjes van de Calocedrus decurrens.
Bijzondere kegels was het onderwerp van de presentatie van Piet Boersma. Na een presentatie over zijn avontuurlijke reizen, met foto’s van een prachtig onderhouden collectie, werden polariserende brillen uitgedeeld. Stelt u zich vooral even voor wat een futuristische aanblik 20 NVD-leden met 3D-brillen op biedt! Niet alleen kegels waren het onderwerp, ook foto’s van bijzondere (veelal Engelse) tuinen kwamen voorbij, met eeuwenoude Taxussen, al dan niet zorgvuldig gesnoeid in de vorm van een eekhoorn, wolk of kasteel.
Na de lunch werd de helft van de deelnemers aan de excursie ontvangen op het terrein van Groothandel VeluwePlant in Lunteren. Leen Konijn gaf een korte inleiding over het bedrijf. Zijn grootvader begon in 1918 in Reeuwijk. In 1968 verhuisde het bedrijf van Leen’s vader naar Lunteren. In 2002 is Leen de groothandel op de huidige locatie gestart en inmiddels zwaait zoon Jos Konijn de scepter op het bedrijf.
Terwijl aanvankelijk de nadruk lag op verkoop van coniferen, wordt nu een breed assortiment van vaste planten, bomen en struiken aangeboden voor de groothandel. De planten zijn alfabetisch geordend in de vakken, die van elkaar zijn gescheiden door ruime paden. De afnemer kan met z’n aanhanger tussen de vakken rijden en de planten zelf opladen (“cash and carry”).
In het midden van het terrein bevinden zich de vakken met vaste planten met zo’n 1300 soorten en cultivars. Langs de randen is het assortiment bomen en struiken gerangschikt, allen in potten en containers. En daar zijn zeer grote maten bij!
Leen toonde ons enthousiast zijn prachtige collectie bomen en struiken. Te veel om allemaal op te noemen. De aandacht werd getrokken door Oxydendrum arboreum, de enige boom uit de familie van Ericaceae. Ook de grote maat Styrax japonicus viel in de smaak. Andere interessante soorten die we zagen waren Viburnum propinquum, Nyssa sylvatica, Betula utilis ‘Doorenbos’, een vijftig jaar oud exemplaar van Ziziphus jujuba en Carpinus turczaninowii, de Koreaanse haagbeuk.
Het duurde natuurlijk niet lang of de eerste “discussies” ontsponnen zich. Is dit wel een Poliothyrsis sinensis of moeten we toch eerder aan een Diospyros denken? Navraag leerde uiteindelijk dat het gaat om een Diospyros virginiana. Lastig als er op dat moment geen bloemen of vruchten zijn.
Het aanbod in zo’n cash & carry is vanzelfsprekend modegevoelig. We zagen bijvoorbeeld veel leibomen van Prunus laurocerasus en bijzondere soorten zoals Phillyrea angustifolia ofwel de Steenlinde. Ook (oude) vruchtbomen en opgeleide bomen van verschillende Wisteria cultivars doen het goed.
Een ander deel van de groep bracht een bezoek aan de Hessenhof in Ede. Deze biologische kwekerij heeft een groot assortiment met ongeveer 13.000 verschillende vaste planten. We werden ontvangen door Hans Kramer en zijn vrouw Miranda. Het gebied waar ze zijn gestart, was één van de droogste locaties in Nederland met grondwater op 15m diepte. Hans vertelde hoe dit oorspronkelijke heidegebied in de afgelopen 40 jaar is omgetoverd tot een toplocatie. Hij gaf uitleg over hun unieke aanpak bij het kweken van de planten: door het gebruik van gecomposteerde bladeren werd de arme grond eerst bewerkt en verrijkt. Alle planten worden zelf gestekt, gezaaid of gescheurd vanaf de moederplanten en ook gekweekt in bladaarde zonder het gebruik van kunstmatige meststoffen of bestrijdingsmiddelen. Dit is een duurzame methode, onder andere omdat er geen turf gebruikt wordt, dat veel CO2 uitstoot en van ver weg moet worden aangevoerd. Maar deze methode levert ook sterke planten op, doordat ze niet worden opgejaagd door kunstmest. Na deze inspirerende uitleg kregen we een rondleiding langs de moederplanten en konden we zelf nog even rondkijken.