Als de sapstroom weer op gang komt…

Dit jaar kan ik niet wachten tot het weer voorjaar wordt. Dat heb ik eigenlijk altijd wel, maar deze keer met een speciale reden. Dan gaan we namelijk sap aftappen van onze Suikeresdoorns (Acer saccharum). Vorig jaar hebben we dat voor het eerst gedaan, zomaar een probeersel. Maar het ging wonderbaarlijk goed. We hadden toen op internet gekeken en gezien dat je een gaatje moest boren door de bast tot in het jonge levende hout (afgelopen jaren gevormd), een dun metalen buisje erin steken, een fles eronder hangen en het gaat vanzelf druppelen. In één dag hadden we een literfles vol. Een paar liter flink in laten dampen op de kachel en we hadden heel zoete ‘drank’. Niet zover tot het siroop was, daarvoor hadden we te weinig getapt. Overigens, ook bij een Berk lukte het makkelijk om sap op te vangen.

Eerste keer sap aftappen van onze eigen
Acer saccharum
Foto: Ineke Vink

In 2019 brachten we een zomervakantie door in Vermont, een staat in het noordoosten van de VS, grenzend aan Canada. Daar zagen we hele ‘plantage-bossen’ met Suikeresdoorns en dus een hele ‘ahornsiroop industrie’. In zo’n Esdoornplantage hebben de bomen plastic aftappers, verbonden met dunne plastic slangetjes die van boom naar boom lopen waardoor het sap uiteindelijk samenvloeit in één grote opvangtank. Fascinerend. Toen wij er waren stond alles stil.

Geïndustrialiseerde sap-verzameling in Vermont, V.S.
Foto: Ineke Vink

In het voorjaar als de temperatuur gaat stijgen, komt vanuit de wortels de sapstroom naar boven op gang. Het sap bevat veel suikers die in voorjaar en zomer opgeslagen zijn in de wortels. De sapstroom gaat via de buitenste, levende houtvaten die de laatste jaren door de boom zijn gevormd (het kernhout van een boom is dood en dient alleen voor de stevigheid). Overigens is het proces van aftappen en concentreren van sap van de Esdoorn al oud: de Indianen kenden de techniek al. Europese kolonisten hebben deze overgenomen.
Het verzamelen van sap vindt vooral plaats in februari, maart en april, afhankelijk van de lokale weersomstandigheden. Voor een optimale sapstroming zijn nachten met temperaturen rond het vriespunt gevolgd door relatief warme dagen nodig. Voor de productie van 1 liter siroop is ongeveer 40 liter sap nodig. Volgens Wikipedia kan een volgroeide Suikeresdoorn 40 liter sap per vier tot zes weken produceren.
De Suikeresdoorn is overigens één van mijn favoriete bomen. In de herfst verkleuren zijn bladeren prachtig: van fel oranje tot vurig rood. Met name koude nachten gevolgd door zonnige, warmere dagen zorgen voor de prachtige verkleuring van de bladeren. Vooral als de zon er op staat, is zo’n boom een lust voor het oog.

De overweldigende herfstkleuren van de Suikeresdoorns in ons arboretum
Foto: Ineke Vink

De Jan Wolkersboom: een merk­waardige Zomereik in Oegstgeest

Op 18 december op een prachtige zondagochtend met flinke vorst sta ik te wachten bij het hek van de ijsbaan in Oegstgeest. Ik ben één van de eersten op het ijs, dat nog niet aangetast is door een menigte schaatsers. Aan de rand van de ijsbaan, achter het clubgebouw, merk ik een eenzame boom op: een prachtige Zomereik met een knoestige stam en grillige takken. Ik heb de befaamde Jan Wolkersboom gevonden.

Jan Wolkerseik vanaf Oud Poelgeest in december 2022.
Foto: Essi Laine

Deze bijzondere Zomereik (Quercus robur) wordt in de volksmond van Oegstgeest de Jan Wolkersboom genoemd. De Eik heeft deze naam te danken aan de schrijver en kunstenaar Jan Wolkers, die de boom in de hongerwinter van 1945 tekende. De boom is vastgelegd vanuit de overkant van de sloot vanaf het bos van het landgoed Oud Poelgeest. Hier wandelde de schrijver vaak. De tekening is gepubliceerd in zijn boek Werkkleding. De boom is nog goed herkenbaar uit de tekening, ook al is deze later gesnoeid.

De boom is echter veel ouder dan Jan Wolkers en stond al lang voordat deze schrijver werd geboren op zijn plek aan de rand van de Ezelweide. Het is moeilijk om het exacte plantjaar en de leeftijd van de boom te achterhalen. In het Landelijk Register Monumentale Bomen van de Bomenstichting is als plantjaar “1890-1900” aangegeven2. Het bos bij het naastgelegen kasteel Oud Poelgeest is aangelegd in Engelse landschapsstijl in de tweede helft van de negentiende eeuw en bevat Eiken van 140 tot 180 jaar oud. Vermoedelijk stamt de Jan Wolkerseik uit hetzelfde tijdperk en zou dan ouder kunnen zijn dan de geschatte 120-130 jaar.

Tekening Jan Wolkersboom door Jan Wolkers in 1945 met toestemming van Mevr. Wolkers en met dank aan uitgeverij Rubinstein.

Wat de exacte leeftijd van de boom ook is, het valt niet te ontkennen dat het hier een veterane boom betreft. De huidige boom bestaat uit een holle stam met een omtrek van 4,71m, gemeten in 20183. De term “veteraan” betreft de complexe ouderdomsfase van een boom. Hierin heeft de boomkroon zijn grootste omvang verloren en is de boom weer kleiner aan het worden. Bij deze levensfase verliest de boom gedeeltelijk zijn eerst gevormde gesteltakken, of primaire kroon, en wordt er een nieuwe binnenkroon, of secundaire kroon gevormd. In het bos bij Oud Poelgeest staan Eiken die druk zijn met het ontwikkelen van een secundaire kroon5. Bij de Jan Wolkerseik zijn de opgaande armen, die een aantal jaren geleden ingenomen zijn, eigenlijk al de secundaire kroon van de boom. Lager langs de stam vormt zich al een kroon van de derde generatie. De boom is dus al veel verder in zijn levenscyclus dan de 180 jaar oude Eiken in het bos van het landgoed ernaast. Dit kan uiteraard ook een gevolg zijn van de standplaats, immers de Jan Wolkerseik staat vrij naast een weiland.

De Eik is in 2021 toegevoegd aan de lijst van monumentale en waardevolle bomen van de gemeente Oegstgeest. De gemeente neemt de boom mee met de regelmatige veiligheidscontrole en pleegt op basis daarvan onderhoud aan de boom.

Jan Wolkerseik naast de ijsbaan in december 2022.
Foto: Essi Laine

Terug naar de schrijver Jan Wolkers. Hij heeft nog het volgende over deze Eik geschreven: ‘In die tijd [in de hongerwinter van 1945] wilde ik in de aarde onder zijn machtige stam begraven worden, omdat ik dacht, zoals veel van mijn landgenoten, dat ik de hongerwinter niet door zou komen. Als mijn vrienden mij op de bosgrond naast die tekening hadden gevonden, zouden ze vast gemompeld hebben: ‘Zo sterft een held.’’1.

Jan Wolkers is op 19 oktober 2007 overleden, en zijn as is begraven onder de Tulpenboom in zijn tuin op Texel4. Deze prachtige Zomereik, die zijn naam nu mag dragen, leeft nog vitaal voort.

Referenties
1. Onno Bloem (2016). https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/bomen-als-mijlpalen~b455ac42/
2. Bomenstichting. https://bomen.meetnetportaal.nl/index.php?c=portal&mm=claim&m=custom&options=monumentale_bomen/claimformulier.xml&boomnr=1692873
3. https://www.monumentaltrees.com/nl/nld/zuidholland/oegstgeest/6768_ijsbaanpoelgeest/
4. https://texelinformatie.nl/informatie/opmerkelijke-texelaars/jan-wolkers/
5. Sylvia de Witt (2017). https://www.boomzorg.nl/upload/artikelen/bz517biodiversiteit.pdf

The Urban Jungle Project

Men verwacht dat over 25 jaar ongeveer 80% van de wereldbevolking in stedelijke gebieden woont. Als we kijken naar de stedenbouwkundige ingrepen van de afgelopen 25 jaar dan voorspelt dit niet veel goeds. Veel nieuwe wijken bestaan uit huizen met kleine woonoppervlaktes, met nauwelijks snelle toegang tot een park of natuur. De openbare ruimte die er is, is veelal dienstbaar aan de mens en bestaat uit infrastructuur, parkeerplaatsen etc. Door luchtvervuiling en klimaatverandering gecombineerd met bevolkingsgroei en verdichting van bebouwing is de enige oplossing om steden leefbaar te houden het aanbrengen van bomen en planten.

Architectuur en natuur moeten elkaar constant ontmoeten. Dit is alleen mogelijk door het toepassen van techniek en innovatie. Steden zijn vooralsnog niet ontworpen om de natuur in te bedden in hun door beton gedomineerde structuren. Het is de missie van The Urban Jungle Project om steden te vergroenen op plekken waar dit normaal gesproken niet kan. Een ‘Urban Jungle’ is een antwoord op de maatschappelijke vraag naar een toekomstbestendig stadsklimaat. Maar waar bestaat een Urban Jungle uit?

Met een Urban Jungle kan een gebied vergroenen, zelfs op onverwachte en ontoegankelijke plekken. Groen schept ruimte voor biodiversiteit, brengt verkoeling en creëert een aantrekkelijke nieuwe ruimte. Het groen van de Urban Jungle bestaat uit bomen in een boomveerconstructie en modulaire vegetatiekratten met daarin weelderige beplanting. De kratten zijn stapelbaar, waardoor aanleg vlot gaat en de beplanting na aanleg ook weer eenvoudig te verwijderen is in het geval van onderhoud aan bijvoorbeeld het dak. Alle oplossingen zijn lichtgewicht en zeer gemakkelijk toe te passen.

Technische opstelling van een boomveer op kantoorgebouw The Finch, Oegstgeest
Foto: René Post

Een boomveer is een lichtgewicht boomopstelling voor toepassing op daken of op pleinen en in straten waar aanplant in de volle grond door kabels en leidingen of grondverontreiniging niet mogelijk is. De toegepaste boom staat niet met zijn wortels in de volle grond maar in een geprepareerde kluit. Hierdoor wordt het gewicht van een boom in de volle grond, circa 16.000 kg, beperkt tot 350 kg. In de speciaal geprepareerde kluit worden sensoren toegepast om de voedingsbehoefte van de boom te kunnen monitoren, waardoor de instellingen van het irrigatiesysteem worden bepaald. Op het moment dat we een boom uit de grond halen en op deze wijze prepareren hebben we het totale ‘boom groeisysteem’ in de hand. De meeste toegepaste soorten zijn Carpinus, Cornus, Gleditsia, Platanus en Pyrus.
Met deze innovatie maken we het mogelijk om van ecosysteemdiensten die bomen kunnen leveren te profiteren op plekken in de stedelijke omgeving waar dat normaal niet kan. Zo dragen we bij aan de transformatie van vastgoed naar leefgoed. En uiteraard zetten we, waar het mogelijk is, bomen en andere vegetatie nog steeds in de volle grond.

Een boom zoekt in eerste instantie zijn water aan de randen van de loodrechte projectie van de kroon. Dit noemen we ook wel de druipzone. Dit worteldeel is de eerste 90 centimeter in diepte het meest actief in wateropname. Heeft een boom dan nog stress door een tekort aan water dan zal hij met zijn wortels verder zoeken. Door voldoende water aan de boom te geven in deze specifieke zone heeft de boom voldoende aan zijn beperkte kluit in de boomveer. Het slagen van een ‘Urban Jungle’ valt of staat daarom met watergeven in voornamelijk de lange droge periodes. En gezien de enorme landelijke watervraag in die periodes en de watertekorten is effectief watergeven van groot belang. Door het plaatsen van een sensor in de kluit, gekoppeld aan een weerstation, wordt er op basis van de weersvoorspelling en actuele weersconditie doelmatig water en voeding gegeven.

Urban Jungle met boomveren en vegetatiekratten op het stadhuis van Zoetermeer
Foto: René Post

De grootste successen in vergroening zijn tot nu toe behaald op daken. Zo is een voorheen saai dak van grind en bitumen van het stadhuis Zoetermeer, omgetoverd tot een volwaardige daktuin met boomveren en vegetatiekratten. Het dak, dat in het zicht van een kantoorvleugel ligt, is toegankelijk gemaakt door een glazen pui te vervangen door een buitendeur. Sinds de aanleg van de daktuin zijn de omliggende kantoorruimtes tot de meest gewaardeerde kantoren van het pand gaan horen, terwijl daar voorheen nauwelijks medewerkers wilden werken.

Wie geïnteresseerd is, kan onder andere op de volgende locaties boomveren vinden:
– op het stadhuis van Zoetermeer
– op kantoorgebouw The Finch, Oegstgeest
– op het Stadhuisplein, Zaandam
– op het bedrijventerrein Westpark, Arnhem
– op het schoolplein van O.R.S. Lek en Linge, Ina Boudier-Bakkerstraat 2, Culemborg
– op het fietspad van de Toekomst, ventweg Utrechtsestraatweg t.h.v 143, Remmerden

The Urban Jungle Project bestaat uit een team van specialisten. Boomkwekerij Ebben en Grasveld Landschapsarchitecten ontwerpen de ‘Urban Jungles’. Een team van hoveniers, kwekers en planners voeren de dagelijkse werkzaamheden uit. Meer informatie is te vinden op www.theurbanjungleproject.com

*Harmen Kraai is plantkundige bij het Urban Jungle Project, René Post werkt bij boomkwekerij Ebben.